Schil de peertjes. Je kunt ze daarna in kwarten snijden, maar ik vind het altijd mooi om ze heel te laten, want dat staat zo gezellig!
Doe de cider in een pan. Boen de sinaasappels goed schoon en schil het oranje deel van de zest van 1 sinaasappel. Dat witte is bitter. Snijd de beide sinaasappels nu in plakken en doe in de pan bij de cider. Snijd de gember in plakjes en voeg met de kaneelstokjes, suiker en honing toe aan het geheel. Breng het mengsel aan de kook.
Als de cider kookt voeg je de peren toe. Zet op een laag vuur met de deksel op de pan en laat ze zachtjes stoven tot de peertjes gaar zijn (ca. 45-50 minuten). Prik af en toe met een schilmesje in de peren om te voelen of ze gaar zijn.
Maak ondertussen de crumble. Verwarm de oven voor op 225 graden. Kneed de bloem, koude boter, suiker en tijm in een schaal tot een crumble. Doe dit snel en kneed niet te lang, want dan wordt de boter te warm.
Verdeel de crumble over een bakplaat en zet deze 15 minuten in de oven tot hij mooi goudbruin wordt. Het kan ineens snel gaan, dus houd het goed in de gaten. Anders verbrandt je crumble. Schep na 5 minuten alles even om en verkruimel de grote brokken.
Verdeel de tijm crumble over 6 bordjes en zet er een stoofpeertje op. Lekker om lauwwarm te serveren met een bolletje ijs, of gewoon zo!
